MINI presenteerde gisteren de derde generatie van zijn meest iconische model, op de dag dat het merk de 107e verjaardag viert van Alec Issigonis, mentor van de "kleine Engelsman".
Voor deze derde generatie MINI heeft BMW een stille “revolutie” voor ons voorbereid. Als de veranderingen aan de buitenkant van detail zijn en een lijn van continuïteit met zijn voorgangers behouden, van binnen en technisch gezien, is het gesprek anders. Motoren, platform, ophanging, technologie, alles is anders in de nieuwe MINI. Te beginnen met het debuut van het nieuwe BMW Group-platform, de UKL, specifiek voor modellen met voorwielaandrijving.
Vergeleken met de vorige generatie wint de nieuwe Mini 98 millimeter in lengte, 44 millimeter in breedte en zeven millimeter in hoogte. De wielbasis is ook gegroeid, hij is nu 28 mm langer en de achteras is voor 42 mm breder en achter 34 mm. Veranderingen die resulteerden in een verhoging van de woningquota.
Het exterieurdesign is geen revolutie, het is eerder een progressieve evolutie en een meer up-to-date interpretatie van het model dat nu niet meer functioneert. De grootste verandering zit aan de voorkant, met de grille gedeeld door chromen strips aan de bovenkant en een nieuwe bumper. Maar het belangrijkste hoogtepunt zijn de nieuwe koplampen die gebruikmaken van LED-technologie die een lichtkader rond de koplampen creëert.
Aan de achterkant is het recept voor continuïteit van het ontwerp nog duidelijker. De koplampen werden aanzienlijk groter en bereikten de kofferbak. In profiel lijkt het nieuwe model ontleend aan het carbonpapier van de vorige generatie.
Naast het debuut van het eerder genoemde UKL-platform, is het ook een absoluut debuut voor de nieuwe BMW modulaire motoren. Motoren die zijn samengesteld uit afzonderlijke 500cc-modules en vervolgens wordt het Beierse merk "aangesloten" naargelang de behoeften. Hypothetisch van tweecilindermotoren tot zescilindermotoren, die dezelfde componenten delen. Alle modellen van deze nieuwe generatie maken gebruik van turbo's.
Vooralsnog vinden we aan de basis van het gamma de MINI Cooper, voorzien van een 1.5 liter driecilindermotor met 134pk en 220Nm of 230Nm met overboost-functie. Deze versie heeft 7,9 seconden nodig om de 100 km/u te bereiken. De Cooper S maakt gebruik van een viercilinder turbomotor (met nog een module dus...) en levert zo tot 2,0 liter capaciteit met 189 pk, en 280 Nm of 300 Nm met overboost. Met een handgeschakelde versnellingsbak bereikt de auto in slechts 6,8 seconden de 100 km/u. De Cooper D gebruikt een driecilinder diesel, eveneens modulair, van 1,5 liter met 114pk en 270Nm. Motor die in 9,2 seconden de 100 km/u weet te bereiken.
Alle versies worden geleverd met een handgeschakelde zesversnellingsbak of een optionele automatische zesversnellingsbak met standaard stop/start-technologie.
Binnenin heeft de MINI niet langer een centraal instrumentenpaneel zoals vroeger. De kilometerteller en toerenteller zitten nu achter het stuur, waardoor het infotainmentsysteem blijft zitten dat ooit bij de snelheidsmeter hoorde. De verkoop start in het eerste kwartaal van 2014 in Europa en tot het einde van het jaar in de Verenigde Staten. Prijzen nog niet bekend gemaakt.
