Met de dood van de oprichter - Ettore Bugatti - in 1947 en met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, stopte het Franse merk zijn activiteiten in het begin van de jaren 1950. In 1987, drie decennia later, verwierf de Italiaanse zakenman Romano Artioli Bugatti met als doel het historische Franse merk nieuw leven inblazen.
Een van de eerste maatregelen was de bouw van een fabriek in Campogalliano, in de provincie Modena, Italië. De inhuldiging vond plaats in 1990 en een jaar later werd het eerste model van het nieuwe tijdperk van Bugatti (de enige onder het zegel van Romano Artioli), de Bugatti EB110, gelanceerd.
Op technisch vlak had de Bugatti EB110 alles in huis om een succesvolle sportwagen te zijn: 60 kleppen V12-motor (5 kleppen per cilinder), 3,5 liter inhoud, handgeschakelde zesversnellingsbak en vier turbo's, 560 pk vermogen en al- wiel aandrijving. Dit alles zorgde voor een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 3,4 seconden en een topsnelheid van 343 km/u.
Slechts 139 exemplaren verlieten echter de fabriek. In de daaropvolgende jaren dwong de economische recessie in de belangrijkste markten Bugatti om de deuren te sluiten, met schulden van ongeveer 175 miljoen euro. In 1995 werd de Campogalliano-fabriek verkocht aan een vastgoedbedrijf, dat op zijn beurt failliet ging en ook de faciliteiten veroordeelde. De verlaten fabriek bevindt zich in de staat die je kunt zien in de onderstaande afbeeldingen:
Afbeeldingen : I luoghi dell'abbandono