In werkelijkheid is de geschiedenis van Land Rover Defender verweven met de geschiedenis van Land Rover. Midden in de Tweede Wereldoorlog begon een team onder leiding van designdirecteur Maurice Wilks met de productie van een prototype dat de Jeep van het Amerikaanse leger zou kunnen vervangen en tegelijkertijd zou kunnen dienen als werkvoertuig voor Britse boeren. Vierwielaandrijving, centraal stuur en een Jeep-chassis waren de geweldige kenmerken van deze terreinwagen, bijgenaamd de Center Steer.
Kort daarna werd het eerste model gepresenteerd op de Amsterdam Automobile in 1948. Zo ontstond de eerste van drie "Land Rover Series", een reeks terreinwagens geïnspireerd op Amerikaanse modellen zoals de Willys MB.
Later, in 1983, kreeg het de bijnaam "Land Rover One Ten" (110), en het jaar daarop, "Land Rover Ninety" (90), die beide de afstand tussen de assen vertegenwoordigen. Hoewel het ontwerp erg op de andere modellen leek, had het aanzienlijke mechanische verbeteringen: nieuwe versnellingsbak, schroefvering, remschijven op de voorwielen en hydraulisch bekrachtigde besturing.
De cabine was ook comfortabeler (weinig... maar comfortabeler). De eerste beschikbare aandrijflijnen waren dezelfde als de Land Rover Series III: een blok van 2,3 liter en een V8-motor van 3,5 liter.
Naast deze twee modellen introduceerde Land Rover in 1983 een versie die speciaal is gemaakt voor militair en industrieel gebruik, met een wielbasis van 127 inch. Volgens het merk diende de Land Rover 127 (hieronder afgebeeld) voor het vervoer van meerdere arbeiders en hun uitrusting tegelijkertijd - tot 1400 kg.
Aan het einde van het decennium wist het Britse merk zich te herstellen van een wereldwijde verkoopcrisis die sinds 1980 had geduurd, grotendeels als gevolg van de modernisering van motoren. Na de introductie van de Land Rover Discovery op de markt in 1989, had het Britse merk de behoefte om het originele model te heroverwegen, om het groeiende aanbod aan modellen beter te structureren.
Op dit moment werd de naam Defender geboren, die in 1990 op de markt verscheen. Maar de veranderingen zaten niet alleen in de naam, maar ook in de motoren. De Defender was destijds leverbaar met een 2.5 pk turbo dieselmotor met 85 pk en een 3.5 pk V8 motor met 134 pk.
Ondanks de natuurlijke evoluties in de jaren 90, leken de verschillende versies van de Land Rover Defender in wezen nog steeds vrij veel op de Land Rover Series I, met hetzelfde type constructie, gebaseerd op stalen en aluminium carrosseriepanelen. De motoren evolueerden echter met de veelzijdige 200Tdi, 300Tdi en TD5.
In 2007 verschijnt een significant andere versie: de Land Rover Defender krijgt in plaats van het Td5-blok een nieuwe zesversnellingsbak en een 2,4 liter turbodieselmotor (ook gebruikt in de Ford Transit). De volgende versie, in 2012, kwam met een meer gereguleerde variant van diezelfde motor, de 2,2 liter ZSD-422, om te voldoen aan de emissiegrenswaarden voor vervuilende stoffen.
Nu komt er een einde aan de oudste productielijn ooit, maar dat is geen reden om ontmoedigd te zijn: het Britse merk lijkt nu al een geschikte vervanger voor de Land Rover Defender te bedenken. Bijna zeven decennia van productie en meer dan twee miljoen exemplaren later brengen we hulde aan een van de meest iconische modellen in de auto-industrie.